Schilder- en tekenlessen
voor Kinderen en Jongeren in De KAZERNE in Reigersbos!
Met Stadspas, vergoeding van Jeugdfonds Sport & Cultuur Amsterdam
kosten de lessen,
1,5 uur per week,
een schooljaar lang
maar:
15 euro per maand!
​
In de Kazerne in Reigersbos heb ik een atelier waar ik schilderlessen geef aan kinderen.
​
Wat leer je op de lessen?:
- perspectief tekenen
- portret schilderen
- stilleven schilderen
- landschap schilderen
- dieren schilderen
Voor wie? Voor beginners en gevorderden van 7 t/m 17 jaar
​
Wanneer?: Ik geef op woensdagmiddag en zaterdagochtend les.
​
Hoe lang duurt de les?: 1,5 uur per keer en materiaal is aanwezig.
​
Wat kost het?: Wanneer je een geldige STADSPAS hebt, kost het maar 15 euro per maand!
Dan kun je in aanmerking komen voor een bijdrage van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Amsterdam. Ga dan naar de site van KUNSTVOL: https://kunstvol.nl/
​
Waar is het?: De Kazerne, Remmerdenplein 100 in Reigersbos.
​
Wie is de lesgever? kijk in menu OVER MIJ voor meer info.
​
Wil je eerst een proefles?: dat kan!
​
Misschien heb je zin gekregen om te leren schilderen.
Neem dan contact op met mij. Kijk in menu OVER MIJ voor contactgegevens.
​
Misschien tot Later!
​
Twee 7-jarige leerlingen in het atelier en enkele schilderijen en tekeningen van hen.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Gedichten Ruud van der Duin
Plein
​
Onder de eerste rok van de stad,
bij het Rokin, het grote plein:
werpt duiven in de lucht
kiekt onophoudelijk toeristen
verlicht 's avonds
de waggelenden en de dwaalgeesten
verwarmt met het eerste licht in de morgen
het koele gelaat van de marmeren stedemaagd
hoog boven de stad
wier ogen al eeuwenlang de wolken lezen
ook wanneer deze grijs en donker zijn
en huilen mee met de regen
die hardvochtig valt op de daken
en het plein -
​
het dan grote lege plein
spiegelt de stad rood
na de regen
in de nog even oplaaiende
avondzon.
Dit gedicht verscheen in 2015 in de bundel 'Skyline' uitgegeven door
uitgeverij Kontrast
Beelden van het Oosterpark
​
Ik open het hek en proef haast de zoete geur van de Meidoorn
die me licht bedwelmt op mijn tocht door het park
De zon breekt door wolken en kleurt stante pede
het waaierende fonteinwater in regenboogkleuren
​
Bruin-beige riet wuift ritmisch langs de waterkant
waartussen fier Wolkers vlammende golf viert
Heel zachtjes huilt een kind voortgetrokken door haar moe
met zakje brood naar vijver alwaar snaterende eenden wachten
​
Ik zoek tussen struiken en spijlen van het omheinende hek
het Witsen-huis maar mijn blik botst op het Schreeuwende beeld
O de Tachtigers waren barden in rijzend Opperland en goden
in het diepst van hun hart - in Nederland op een novembermorgen
​
werd hier een mes in geplant
​
Het Slavernijmonument slaat de ogen open van de bleke
held op sokkel die onder luid gedruis brokkelt tot gruis
Jongens waren we lang geleden maar aardige jongens
doch de wind is gedraaid en de regenboog verdween
​
Ik zijg neer op de Justus van Maurik-bank en luister
mee met de melancholieke melodie van een violist
Dan ontwaar ik het lege bankje waar zo-even
Hoyer Bavinck en Koekebakker rondhingen
​
En door bosschages zie ik de Bokkenrijder
waar een blaag vanaf springt met schelle schaterlach
Ik zie hem verdwijnen wanneer hij het parkhek passeert
samen met zijn mede-titanen in de diepte van de stad
​
​
Dit gedicht verscheen in 2016 in de bundel 'Stadshart' uitgegeven door uitgeverij Kontrast en werd op de website van Het Oosterpark geplaatst.
​
IJmuiden
​
De westenwind waait en roept met kracht vijf
Ik moet weet niet waarom maar buiten kijf
Staat dat ik ga en spring op mijn fiets
En kom tot vreemde rust wanneer ik iets
Zie van een wolk die hoogovens verraadt
Een meeuw die peinzend op een dukdalf staat
De geur van visafslag gebakken vis
Zelfs met de geur van diesel is niks mis
Komend van de kotters die naar zee gaan
En pas laat in de week weer huiswaarts gaan
Ik passeer de sluizen die juist sluiten
En fiets tegen duinen voel mijn kuiten
Boven aangekomen 't is geen cliché
Overweldigt mij de glanzende zee
Met daarboven de magistrale zon
Achter mij 't geboortehuis waar 'k begon
Warmtegolf golft als branding in mijn hart
Aan de rand van Nederland schreeuw ik hard
Het is niet de echo die mij bericht
Maar een een waar verzinsel: dit gedicht
​
​
​
​
​
Dit gedicht verscheen in 2017 in de bundel 'Stadstheater' uitgegeven door uitgeverij Kontrast
Amsterdam
​
Ik denk over je na Amsterdam
Valt mij in wanneer ik de Westertoren ontwaar
Luid lachend scheert een troep meeuwen
Over de groene gracht
De vroege ochtend ontrolt zich
Met de eerste Airbnb'ers
​
Ik kijk op de stilstaande klok
Van Van Campens lantaarn op de Dam
Talloze strepen aan de hemel maken de stad
Nog steeds tot een Magisch Centrum
​
En ook nu plaatst men zichzelf in het middelpunt
Van het centrum met behulp van een stick
Maar men volgt nu gedisciplineerd een vlaggetje
Tot aan het museum met de wassen neus
​
Terwijl ik over een brugleuning hang
Nodigen wervelingen in de weerspiegelingen
Van het Oosterdok mij uit tot reflecties -
Onder het plaveisel het drassige veen
En onder de zon spiegelt het beeld
Van Amsterdam zich deinend
Op het water dat de stad heeft gevormd:
Al eeuwen staat Mokum op stelten
En op z'n kop.
​
​
Dit gedicht won in 2018 de tweede prijs van de poëziewedstrijd 'Liefde voor de Stad!' uitgeschreven door Abdel kader Benali en Piet Gerbrandy en werd gepubliceerd in 2019 in de bundel 'Liefde voor de Stad!' uitgegeven door de UVA.
Ook werd dit gedicht in Het Parool geplaatst (4 december 2018).
Herinnering
​
Fijn zand stuift bij elke stap die ik zet
Als een wolkje rook voor mij uit
De hitte doet de verte spiegelen en beven
Ergens verbrandt iemand aardappelloof
Zodat herinneringen aan vroeger
Niet ver weg meer zijn
Ik vertraag mijn pas bij het veenhuisje
Loop de tuin in en vlij mijn warme voorhoofd
Tegen het koele venster en kijk naar binnen
​
Rond de tafel wachten mensen op amen
Een kind dat niet mee bidt
Krijgt een tik met vaders pet
Plotseling hoor ik van alles tikken
Messen vorken lepels de klok
​
Dan beweegt er niets meer
Zelfs de tijd staat stil
Ik stap achteruit
Het kozijn verandert in een lijst
En alle kleuren verdampen in de hitte
Zoals het aardappelloof
In zwart-witte wolken rook
​
Ik kijk naar het zinderende zandpad
Waar mijn voetstappen een voor een
Achterwaarts naar een verleden leiden
Dat in de verte nagloeit
​
​
​
​
​
Dit gedicht verscheen in 2019 in de bundel 'Mijn Herinnering' uitgegeven door uitgeverij AquaZZ